Cor was de stoep aan het vegen toen Leo langsliep. ‘Goedemorgen’ zei Leo: ‘bent u de nieuwe eigenaar’? De inmiddels schone stoep lag namelijk voor een café. ‘Ja’ zei Cor ‘ik ben de nieuwe eigenaar en we gaan morgen open’. ‘Als je zin hebt om te komen ben je meer dan welkom. Het feestje begint om 8 uur’.
Leo liep naar huis en zei tegen zijn vriendin Betty. ‘Dat Grolsch café, weet je wel, dat al zo lang leegstaat op de Ceintuurbaan, gaat morgen open’. ‘Ik sprak de eigenaar een jonge vent nog en ik zag binnen een schim van een jonge vrouw, een meisje eigenlijk’. ‘We zijn uitgenodigd voor de opening’. ‘We zien wel’, zei Betty.
Vrijdag 17 april 1981 opende Cor-rupt zijn deuren. Een gewoon café in een gewone Amsterdamse buurt. Met één verschil, als je dat al een verschil kon noemen. Wij (Cor en ik, Jet) waren vast van plan aan te tonen dat je zonder te commercieel te zijn ook een boterham kon verdienen in de horeca. Of anders gezegd dat, als het gezellig was, als mensen zich welkom voelden, als de prijzen redelijk waren, er vanzelf voldoende omzet zou zijn. Het ging in eerste instantie om de pret en om het samen zijn. Het geld kwam dan vanzelf.
Naïef? Misschien, maar dat hoorde ook een beetje bij de tijdsgeest. We waren opgegroeid in de jaren zestig en zeventig en vol idealisme. Natuurlijk, de economie was begin jaren tachtig lastig. We waren het café óók begonnen omdat we geen goede baan konden vinden moet ik eerlijk bekennen, maar we hadden echt de overtuiging dat het anders moest en dat het anders kon. Mouwen opstropen, veel lachen, gekke dingen doen en vooral elkaar helpen.
Daar hoorde bij dat de bar van iedereen was. Van de ambassadeur en de groenteboer, de student en de musicus, de politieagent en de vader; van buurtbewoners en journalisten. Roemeens, Marokkaans, Nederlands, Engels, Iers, Schots, Duits, Fins en Frans en natuurlijk rechts en links. Zo was dat in die tijd.
Een gewoon Amsterdams café dus in de begin jaren tachtig