Ik ontmoette mijn aanstaande echtgenoot voor het eerst op een, met drank overgoten, zaterdagmiddag. Normaalgesproken kwam ik alleen na het werk in Cor-rupt maar een goede vriendin was over uit Den Haag. Haar vriend zou die zondagochtend vanuit Saoedi Arabië landen op Schiphol en we hadden besloten er een gezellig weekend van te maken.
We dronken vele vieux cola’s (ik) en pilsjes (mijn vriendin) en kregen na een tijdje gezelschap van een jongeman die een zware boodschappentas droeg. Na nog meer drankjes besloten we dat eten min of meer noodzakelijk was en gingen we met zijn drietjes naar Pizza Pino. De boodschappentas bleef verweesd achter.
De week daarna belde hij me op en we spraken af om elkaar de volgende zaterdag in de bar te ontmoeten. Ik had echter een klein probleempje. Ik wist niet zo goed meer hoe hij er uit zag. Sufkip die ik was vroeg ik Cor of hij mij onopvallend kon helpen. De muziek ging uit en met een grote grijns gilde Cor: hé jij, er staat hier een dame die je graag wil spreken maar die niet meer weet hoe je er uitziet! Gelukkig had de man met de boodschappentas gevoel voor humor.
Mijn vriendin had de week daarvoor haar vriend ’s ochtends vroeg opgehaald van Schiphol, zich heel slecht voelend, in de uitgaanskleding van de vorige dag en met een walm van sigarettenrook en alcohol om haar heen. Haar vriend had een verlovingsring in zijn jaszak maar was ‘not amused’ van haar enorme kater. Vooral omdat hij al die tijd in Saoedi geen druppel had gedronken. Hij besloot dus even te wachten met zijn aanzoek maar een maand later vroeg hij haar alsnog. Ze zei ja en zes maanden later was ik hun bruidsmeisje.
(Linda D)